Ik geloof nogal in priming: het sneller reageren op of herkennen van een stimulus als je die al eerder hebt waargenomen (ook onebwust). Bijvoorbeeld: Je ziet geen Smart rijden, maar zodra je vriend er een koopt: overal Smarts! CousCous? Kan je dat eten? Maar één keer maakt je buurvrouw het voor je en plots zie je het op elke menukaart. En in de Allerhande. En in de schappen van de supermarkt. En die tv-kok maakt het ook al. Ook geloof ik in de self fulfilling prophecy die vaak het volgt op priming. Ik hou me bezig met duurzaamheid in mijn werk en in mijn privéleven. Ik hou me bezig met klimaatverandering en de gevolgen van onze consumptiemaatschappij. En hoe meer ik me er mee bezig hou, hoe meer ik het idee krijg dat er wel heel veel mensen zijn die ‘korter douchen voor het klimaat’, ‘spaarlampen gebruiken voor het milieu’, ‘alleen maar keurmerken kopen’ of af en toe pontaan aan ‘de gevolgen voor het regenwoud’ denken. Maar is dat wel echt zo?
Wat ik zeker weet, is dat iedereen wel een of meerdere momenten in zijn leven kent waarin hij zich realiseert dat er meer is dan alleen je eigen leven. Dat hoort nu eenmaal bij de samenleving waarin consumeren vermaak in plaats van noodzaak is en helpen een vorm van rechtvaardiging van dit gedrag of van zelfbevrediging in plaats van medeleven. En dat iedereen zich wel een keer afvraagt: hoe kan ik meer doen voor de wereld in plaats van alleen voor mezelf. Soms houdt het verband met arme oorlogskindjes, of meedogenloze ziektes als aids, soms met dierenmishandeling of wrede dictaturen. En soms houdt het verband met de natuur. Of met arbeidsomstandigheden van arme boeren, ver weg.
Wat ik ook zeker weet is dat mensen niet heel veel keuze hebben behalve te denken “Hey, what can I do? My behaviour is not gonna change the world.” Ze leunen weer achterover, kruipen terug in hun comfortzone en consumeren verder. Back on the old track. Want laten we eerlijk zijn. Wat kán je doen als fulltime werkende gevangene van een consumptiemaatschappij? Het is slechts aan een enkeling voorbehouden om de ruimte en tijd te maken om jezelf vast te ketenen aan een boom om te voorkomen dat deze wordt omgezaagd. En als we dan kijken wat er over blijft van zelfs die extreme idealisten?! (ik noem de naam Samson maar niet).
Wat ik ook zeker weet, is dat slimme bedrijven een winstoogmerk zagen in de hoogste trede van de pyramide van Maslov (voorbij consumeren: wat kan ik toevoegen terwijl ik door consumeer); Keurmerken. Koop producten met een keurmerk en verbeter de wereld. Het houdt de bewuste consument rustig. Het geeft het gevoel dat je wel iets kan doen. Dat je een stem hebt en die gebruikt. En ook met de consument die toch meer begaan is met het eigen welvaren is rekening gehouden: Ik kies bewust, Gezonde keuze, biologische groente en fruit.
Nu: die keurmerken dragen vaak ook echt hun steentje bij. Ze maken mensen bewuster, ze leveren soms daadwerkelijk milieuvoordelen op en ze sporen aan tot nieuwe standaarden, namelijk die van de keurmerkhouders. En dit leidt op zichzelf weer tot steeds hogere eisen aan al die soorten producten. Ik ben dan ook absoluut voorstander van het gebruik van keurmerken. Zolang we de consument er maar niet teveel mee vermoeien. En zolang alle beweringen ook waar gemaakt worden.
Zaak is dan wel dat de keurmerken eerst bekendheid genereren. Dat de consument ze ook nog eens waardeert. En dan, uiteindelijk ook koopt. En dat, is een opdracht op zich. Als merkstrateeg voor maatschappelijke merken, hou ik me dagelijks bezig met hoe producten en diensten het best aan de man gebracht kunnen worden. Ik heb dan ook een natuurlijke interesse in campagnes. Door een ex-collega werd ik op dit filmpje gewezen. Een voorbeeld voor áls je een keurmerk het leven in roept, om de bewuste én onbewuste consument, als gevangene van de eindeloze consumptiemaatschappij op zijn allerallerminste verantwoordelijkheid te wijzen én meteen een kans op een bevredigend gevoel te bieden. Koop maar lekker door, dan komt het wel goed met het regenwoud. Net als sommige kikkers een prins worden als je ze kust.